Versterkt broeikaseffect
Het versterkte broeikaseffect door intensieve landbouw is 27 procent van het Nederlandse broeikaseffect. Voor een deel wordt dit veroorzaakt doordat landbouwbedrijven energie nodig hebben voor allerlei machines. Meestal lopen die machines op fossiele brandstoffen en daardoor komt het broeikasgas CO2 vrij. De glastuinbouw stoot de meeste CO2 uit van de intensieve landbouw, maar liefst 80 procent van de uitstoot door landbouw. Dit wordt veroorzaakt door het hoge energieverbruik voor het verwarmen, belichten en beregenen van kassen. Verder komt er CO2 vrij door het directe energiegebruik op het bedrijf (= de energie die het bedrijf verbruikt), en door het indirecte energiegebruik voor de productie (= dit is bijvoorbeeld de productie van veevoer).
Andere broeikasgassen zijn methaan (CH4) en lachgas (N2O). Bij herkauwers (koeien) komt bij de uitlaatgassen van hun methaan vrij. De landbouw zorgt voor 42 procent van de methaanuitstoot in Nederland en de veeteelt heeft hier de grootste bijdrage aan. Lachgas ontstaat onder meer bij een hoge bemesting en daardoor snelle afbraakprocessen in de bodem. |